LE/DEVENTER - De rivieren ogen schoner en ruiken beter dan eertijds. En de ANWB roemde in het laatste nummer van haar huisorgaan Kampioen de geneugtes van het verpozen aan de boorden van de rivieren. Recreëren bij en in de Waal, Rijn en IJssel zou heel wel mogelijk zijn, volgens de toeristenorganisatie, mits de recreant maar binnen de kribben blijft.
Een heel fout advies, contateren Rijkswaterstaat en de provincie Gelderland, die om die reden met een waarschuwing komen. Elk jaar verdrinken namelijk mensen in de Nederlandse rivieren bij het zwemmen. Hoeveel is onbekend, omdat niet altijd duidelijk is onder welke omstandigheden mensen verdrinken. Feit lijkt wel dat steeds meer mensen zwemmen in de grote rivieren. De uitgestrektheid van de uiterwaarden zorgt voor talloze privestrandjes die aantrekkelijker lijken dan het volle gemeentebad. Maar de risico’s van zwemmen in de wateren zijn groot. Sterke plaatselijke stroming kan zwemmers meevoeren. Op verschillende plaatsen zijn hierdoor in het verleden mensen verdronken.
De scheepvaart vormt ook een risico. Vanaf een schip zijn zwemmers slecht te zien. Bovendien varen ze vaak sneller dan het lijkt en kunnen zwemmers door de zuiging naar een schip toe worden getrokken.
De waterbodem bij de oever is soms steil. Ook wanneer het strand bij de rivier geleidelijk lijkt af te lopen, kunnen er onverwacht dieptes voorkomen. Zwemmers zien kuilen of andere (scherpe) obstakels onder water niet en kunnen zich zo ernstig verwonden. Ten slotte is het water in de rivieren vaak een stuk kouder dan op andere plaatsen, waardoor de kans op kramp groter is. Ook de kwaliteit van het water is vaak onvoldoende om erin te kunnen zwemmen.
Reactie
De ANWB zei in een reactie te betreuren dat in een kader bij het artikel in de Kampioen wordt gesteld dat baden in de rivieren veilig is. Woordvoerder Ad Vonk: ‘Pootje baden kan, zwemmen niet. Dat moet duidelijk zijn. Een grote rivier moet je niet onderschatten. Van de andere kant lenen de rivieren zich natuurlijk uitstekend om erbij te recreëren. Daar blijven we achterstaan en doen trouwens ook duizenden op een mooie dag.’
(door Peter Leunissen)